U weet vast wel wat de kerntaak is van een voedselbank: het kosteloos verstrekken van levensmiddelen aan mensen die financieel niet of nauwelijks in staat zijn om in hun levensonderhoud te voorzien.
Een voedselbank heet in het officiële jargon ook wel een liefdadigheidsinstelling, wat ons betreft een archaïsch woord waar wij eigenlijk een enorme hekel aan hebben. Het is gevoelsmatig het verschil tussen goeiig zijn en gewoon realistisch het goede nastreven. Dat laatste beogen wij.
Het is bijna half januari als dit stukje moet worden ingediend om u bijtijds te bereiken. De decembermaand ligt alweer een tijdje achter ons. Het was weer groots en meeslepend, de aardige woorden, de lieve gebaren, vaak tot uiting gebracht in de vorm van een kerstpakket. Wij zijn altijd oprecht blij met die aandacht en alle goede gaven-recht-uit-het-hart, maar weten ook dat een momentopname is. In december overstijgen veel mensen zichzelf, ze willen echt puur hartelijk, meelevend en betrokken zijn en dat zijn ze ook.
Maar dan ligt de toekomst van het nieuwe jaar als een sombere uitdaging open.
De schrik zit er bij onze voedselbankiers al snel in: de aankondiging van de verhoging van de energierekening, de stijging van drie procent op gewone producten: misschien ergerlijk voor de meesten van ons, maar rampzalig voor mensen die dat er nou net niet meer bij kunnen hebben.
Wij horen de verhalen tijdens de uitgiften. Het is triest.
Wat is het dan fijn om te weten dat de voedselbank in ieder geval de zekerheid kan geven dat er brood op de plank zal zijn; wat conserven, rijst, koffie, thee, pasta, jam, een fles spijsolie en misschien wel een pak wasmiddel in de kast.
Daar durven we u om te vragen op 17 maart 2019. Heel gewone levensmiddelen voor heel gewone mensen. We vertrouwen erop dat het goed komt.
Hartelijke groet, Barbara den Hartogh